Pas op: vibe-schrijven laat je stem verdwijnen
Een kritische reflectie op literair schrijven met AI
AI ontwikkelt zich zo snel dat het voor mensen die schrijven moeilijk is om bij te houden wat de mogelijkheden ervan zijn. Waar de grens maanden geleden nog werd getrokken bij korte redeneringen, tekstanalyses en samenvattingen, kun je met AI nu bijvoorbeeld al een sterk wetenschappelijk artikel schrijven.
De meeste mensen die zich veel met AI bezighouden, hebben uiteraard vooral affiniteit met de wereld waaruit die ontwikkeling is ontstaan: de wereld van coderen en algoritmes. Ook die wereld is sterk onderhevig aan de impact van AI. Waar je maanden geleden nog AI kon gebruiken om kleine problemen in je eigen code op te lossen, kun je nu in no-time zonder enige kennis van code een hele app bouwen.
Zo ontstond de term ‘vibe-coding’: Je hoeft alleen maar uit te leggen wat voor app je wil, en de tool maakt het voor jou. Wil je het er mooi laten uit zien, alsof Apple het heeft gemaakt? Dan zeg je dat je het er wil laten uitzien alsof Apple het heeft gemaakt. Niettemin kent ook dit zijn beperkingen. De software die een ondernemer op deze manier had gemaakt, bleek na een tijd gaten te vertonen in de beveiliging. Dit kon hij als vibe-coder niet snel genoeg oplossen, waardoor zijn bedrijf eraan failliet ging. Een vibe is dus ook maar echt een vibe: een krachtige gemoedstoestand die zich nooit helemaal laat definiëren.
Iets doen ‘in een vibe’ kan natuurlijk ook zonder AI. Wie in de vibe zit, zit helemaal in de sfeer, het ritme of de energie van een situatie. Denk aan de vibe bij een feest, van een stad, een spotify-playlist, een bepaalde trend in mode, enzovoort. Wie schrijft, herkent de schrijf-vibe vlak voor het moment dat je ermee begint. Het doel is om die vibe vast te houden tijdens het schrijven.
Net zoals code‑ontwikkelaars hun workflow heruitvinden, staan schrijvers voor eenzelfde keuze. AI kan ook voor hen een hulpmiddel zijn om in die vibe te komen. De kans is groot dat die uitspraak weerstand bij je oproept, want is dat wel verantwoord? Is creativiteit niet net iets dat helemaal uit jezelf komt? Ondermijnt het niet datgene wat ons menselijk maakt? Gelieve die weerstand even te parkeren, want aan het eind van dit artikel kom ik bij de ‘maar’. Toch wil ik eerst uitleggen waarom het wél kan werken.
Op een bepaalde manier kun je het gebruik van AI namelijk vergelijken met het gebruiken van een computer. Je slaat daarmee enkele handelingen over die je op een typemachine nog handmatig moest doen: je kan terug in de tekst, vooruit in de tekst en niet alles hoeft meteen te kloppen. Er zijn niet veel schrijvers die hier nog kritisch over zijn. In het verlengde daarvan ligt AI, waarmee je opnieuw een paar stappen kan overslaan die tijd en mentale denkkracht kosten.
Ikzelf heb hier ook mee geëxperimenteerd voor een kort verhaal, zij het met een gezonde dosis AI-schaamte. Het verhaal dat hieruit is voortgekomen, is veruit het langste kortverhaal geworden dat ik heb geschreven. Dat komt omdat het die extra hoeveelheid taal nodig had. De oerversie van het verhaal dateert van zo’n tien jaar geleden. Sindsdien heeft het veel vormen gekregen, maar het geraakte nooit echt af. De laatste jaren heb ik het meermaals opgepakt en telkens nieuwe inzichten gekregen over wat voor verhaal het eigenlijk was; welke kant ik ermee op moest. Op een bepaald moment wist ik dat het verhaal veel langer moest worden dan ik gewend was om te schrijven.
Vanaf dat punt ging het echter moeizaam vooruit, maar AI hielp me om mijn gedachten te ordenen. Dankzij dit hulpmiddel heb ik veel bijgeleerd over manieren waarop je kan schrijven; hoe je een langere plot kan maken dat spannend en interessant genoeg blijft. Tegelijkertijd heb ik ook geleerd dat ik daar zelf nog niet erg handig in ben; dat er nog een leerproces voor me ligt om die stappen zelf te maken. Ik ben mijn eigen tekortkomingen onder ogen gekomen.
AI voerde bij het schrijven dubbel werk uit: Enerzijds werkte het als gips rond een gebroken been, want het verfijnde mijn eigen ideeën, maakte ze preciezer, loste inconsistenties op. Anderzijds bood het extra weerstand, zoals een gewichtsvest tijdens het lopen: het legde de lat hoger voor wat ik wilde bereiken.
Achteraf onderscheid ik drie niveaus waarop ik het heb gebruikt:
Vibe‑schrijven
AI wordt ingezet om de gewenste sfeer en toon te hanteren in de tekst. Ik beschrijft de ‘vibe’ (bijv. speels, melancholisch, prikkelend) en de AI levert passages die deze emotie belichamen, waarna ik ze alleen nog verfijn.Regisserend schrijven
Ik bepaal als een regisseur welke AI‑suggesties blijven en welke sneuvelen. De AI biedt meerdere opties, maar ik stuur, selecteer en monteer de onderdelen tot één samenhangend geheel.Feedbackgestuurd schrijven
Het is een dialoog: ik schrijf zelf, vraag de AI om kritische reflectie en verbetersuggesties (bijv. over logica, flow of stijl) en verwerk die input om mijn tekst iteratief te versterken.
Wanneer je te lang een been ingegipst houdt voor een gebroken bot, kunnen de spieren rond dat bot afzwakken. Wanneer je te lang gewichtsvesten blijft dragen, vergeet je op den duur het gewicht van je eigen lichaam. Zo is het ook bij AI. Als je het te lang gebruikt, verlies je je eigen intuïtie en stem waardoor je eigen schrijfspieren verzwakken. Het is dus belangrijk dat je AI op het juiste moment weer loslaat.
Met de huidige technologie is het trouwens al mogelijk om een schrijftool te ontwikkelen die jouw ‘slechte eigenschappen’ afleert. Een gemakkelijk voorbeeld: stel je schrijft veel dt-fouten, dan zou je een armband kunnen omdoen die een kleine trilling geeft zodra je een dt-fout maakt. Je zou dit principe kunnen extrapoleren naar complexere manieren waarop je ‘live feedback’ krijgt wanneer iets niet goed gaat. Het is de bedoeling dat, naarmate je meer schrijft, je steeds minder trillingen krijgt. Met andere woorden: het exoskelet wordt stelselmatig afgebouwd tot je op eigen kracht verder kan.
We leven in een wereld waarin iedereen nu zo’n ‘mentaal exoskelet’ kan dragen, voor het bouwen van handige apps, wetenschappelijk onderzoek of literatuur. In dat opzicht werkt AI democratiserend. Wie op artistiek vlak bijvoorbeeld nog niet op een bepaald gewenst niveau zit en niet in de ideale omstandigheden verkeert om zich daarin te ontwikkelen, kan hierin een toevlucht vinden.
Het gevaar schuilt wat mij betreft vooral in de waardering door de maker voor het eigen intrinsieke talent. Wat anderen van de maker vinden zal altijd diffuus zijn en gevormd door verschillende lenzen, maar de kunstenaar zal zich onderscheiden van ‘de arrivist’ zoals Dali die bijvoorbeeld beschreef in ‘Mijn leven als genie’ als ‘mensen die lopen op krukken’. De kunstenaar zal succesvol zijn als het zijn krukken durft weg te werpen en blijft doorstappen in zijn eigen ritme.
Interessant. Mijn vraag is alleen een beetje: ten opzichte van wat? Als jij het gevoel hebt een beter plot te kunnen construeren dankzij AI dan lijkt me dat op zich winst. Maar wat betekent 'een beter plot' precies? AI wordt gevoed vanuit de gehele wereld literatuur en in mijn hoofd trekt het daar dan een soort gemiddelde uit. Een gemiddelde van hoe een goed plot eruit zou moeten zien. Maar wat als je nu niet gewoon een goed plot wilt schrijven? Wat als je een buitengewoon plot wilt schrijven? Wat heb je er dan aan?
(ps. Ik ben me er van bewust dat AI niet helemaal zo werkt, met dat gemiddelde en zo. Maar wat het tot nu toe produceert, voor zover ik kan overzien, is nog behoorlijk middelmatig, vandaar de vergelijking. Kan nog veranderen, natuurlijk.)